In Nederland geldt in internationale echtscheidingszaken in het algemeen: “Wie het eerst komt, die het eerst maalt”. Als in het buitenland een procedure eerder aanhangig is gemaakt dan in Nederland, dan gaat het eerst ingediende verzoek voor en is de Nederlandse rechter in beginsel niet bevoegd. Daarnaast bestaat de zgn. litispendentieregeling (zie bijvoorbeeld artikel 12 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en artikel 19 Brussel IIbis Verordening), die inhoudt dat de rechter hier ten lande de zaak aan kan houden in afwachting van een beslissing van de eerder aangezochte rechter. Is deze buitenlandse beslissing niet voor erkenning en tenuitvoerlegging in Nederland vatbaar, dan kan de rechtbank zich alsnog bevoegd verklaren en de zaak inhoudelijk behandelen. Op 6 april 2016 nam de meervoudige kamer van de rechtbank Noord-Holland een opmerkelijke beslissing. Hoewel de man het echtscheidingsverzoek eerder aanhangig had gemaakt in India dan de vrouw in Nederland, verklaarde de rechtbank zich tóch bevoegd. Lees verder